“Theo Verbey (1959 – 2019) was the favorite of many orchestras,” headlines Trouw

22 Oct 2019

Written by: Sandra Kooke

Published in: Trouw

Full Article (NL)

(In Dutch)

Twee weken geleden voerde het Residentie Orkest zijn orkeststuk ‘After the Great War’ nog uit in het Amsterdamse Muziekgebouw. En in januari zal het Koninklijk Concertgebouworkest de wereldpremière spelen van ‘Ariadne’. De cd waarop trombonist Jörgen van Rijen en dit orkest zijn werk ‘Lied’ spelen, is net uit. Midden in een druk, succesvol bestaan is componist Theo Verbey op zestigjarige leeftijd uit het leven gestapt.

Zijn overlijden is een aderlating voor de internationale muziekwereld, waarin hij een belangrijke plaats innam. Hoe prominent blijkt wel uit de vele uitvoeringen van zijn werken. Zijn vorig jaar geschreven orkestwerk ‘After the Great War’ werd het afgelopen jaar al vier maal uitgevoerd, waarvan twee maal in het buitenland. Op 7 december wordt in Boston, Verenigde Staten, zijn hobokwartet ‘4 Preludes to infinity’ gespeeld. Zijn orkestratie uit 1984 van de ‘Sonate’ opus 1 van Alban Berg, door dirigent Riccardo Chailly bij het Concertgebouworkest in première gebracht, werd tientallen keren over de hele wereld uitgevoerd.

Angry young composer

Componist Willem Jeths, ook collega van Verbey aan het Conservatorium van Amsterdam, reageert geschokt. Hij noemt het overlijden van zijn ‘waardevolle’ collega zeer triest voor het Nederlandse muziekleven. Jeths: “Wij hadden direct na ons afstuderen in de jaren tachtig met een paar andere componisten een clubje, dat we Groupe de Cinq noemden. Verbey was in die tijd echt een ‘angry young composer’, die originele stukken schreef die insloegen als een bom. Heel goede muziek, zoals ‘Alliage’ en ‘De Periton’. Na een depressie werd zijn stijl eleganter, impressionistisch getint. In die stijl kwam zijn vakmanschap nog meer naar voren, al waren sommigen teleurgesteld door deze ontwikkeling naar een minder gedurfde stijl.”

Verbey werd door zijn fijnzinnige instrumentaties een lieveling van orkesten. Hij componeerde oorspronkelijk volgens strenge structuren. Elke noot stond er met een reden. Dat veranderde niet toen hij in een toegankelijker  idioom ging schrijven. Hij voelde zich erg verantwoordelijk tegenover de musici die zijn werk uit moesten voeren, zegt Jeths. “Hij vertelde me een keer: ‘Als ik het niet goed doe, zitten zij met het probleem.’ De meeste componisten vinden juist dat musici in dienst van de componist staan.”

De laatste jaren werd zijn carrière internationaler. Dirigenten als James Gaffigan en de Finse Santtu-Matias Rouvali werden pleitbezorgers van zijn werk. Zijn werk werd ook in het theater gebruikt. Zo bewerkte hij twee van de ‘Vier Letzte Lieder’ van Richard Strauss voor de theatervoorstelling ‘De dood in Venetië’ van het Concertgebouworkest en Internationaal Theater Amsterdam. Choreografe Regina van Berkel paste zijn muziek toe in verschillende van haar grote balletten die bij Deutsche Oper am Rhein en Introdans te zien waren. Verbey werd afgelopen vrijdag begraven.